Vaak is het bij voorbaat al duidelijk dat het openstaande factuurbedrag niet zal opwegen tegen de te maken incassokosten, zeker als de debiteur ook nog eens uit een andere EU-lidstaat komt. Om in dat bezwaar tegemoet te komen, is de Europese Procedure voor Geringe Vorderingen (‘EPGV’) in het leven geroepen.
Alleen bij kleine geldvorderingen
Deze procedure kan worden gevolgd indien er sprake is van een geldvordering of een vordering tot nakoming met een geldelijk belang tot € 2.000,-. Deze EPVG-procedure is specifiek gericht op eenvoud, lage kosten en snelheid en kan enkel worden gevoerd in grensoverschrijdende geschillen.
Eenvoudig, efficiënt en goedkoop
Het opstellen van zowel het inleidende verzoek als het eventuele verweer behelst weinig meer dan een invuloefening. Als de rechter al een zitting nodig acht, dan kan deze zelfs plaatsvinden door middel van een videoconferentie. Het vonnis kan direct in iedere EU-lidstaat (behalve Denemarken) ten uitvoer worden gelegd.