Letselschade in Nederland

Indien u in Nederland slachtoffer wordt van een bedrijfs- of verkeersongeval, dan zal in beginsel naar Nederlands recht moeten worden beoordeeld of u recht heeft op een schadevergoeding. Niet alleen gelden in Nederland andere wetten en regels voor het vaststellen van aansprakelijkheid dan in België; ook gaat de wijze van schadebegroting van enkele schadeposten anders. Hierna worden drie bijzondere aspecten van het Nederlandse letselschadetraject besproken die men in België niet (in dezelfde vorm) kent.

De advocaatkosten van het slachtoffer moeten in Nederland in beginsel worden vergoed door de partij die aansprakelijk is voor het ongeval

Stelt u zich voor: U komt als bestuurder van een auto in aanrijding met een andere automobilist, doordat laatstgenoemde persoon u ten onrechte geen voorrang verleende. U loopt hierdoor een whiplash op, waardoor u enige tijd arbeidsongeschikt raakt. De verzekeraar van die andere automobilist erkent de aansprakelijkheid voor het u overkomen ongeval en biedt aan uw schade te vergoeden. U heeft echter geen idee welke schadeposten in aanmerkingen komen voor een vergoeding. Bovendien weet u niet op welke wijze u de schade moet berekenen. U overweegt daarom een Nederlandse (letselschade)advocaat in te schakelen, maar u heeft geen rechtsbijstandsverzekering en bent bang voor hoge advocaatkosten. 

Laatstgenoemde zorg is echter niet terecht. U kunt als slachtoffer in een letselschadezaak in veel gevallen namelijk kosteloos gebruik maken van een Nederlandse advocaat. Ook als u in België woont en/of de Belgische nationaliteit heeft. U mag die advocaat bovendien geheel zelfstandig en vrijelijk uitkiezen. 

De advocaatkosten in een letselschadezaak zijn te verhalen op de verzekeraar van de schadeveroorzaker (de automobilist die de fout maakte). Een Nederlandse letselschadeadvocaat zal u daardoor – enkele uitzonderingen daargelaten – geen kosten in rekening brengen indien uw wederpartij de aansprakelijkheid heeft erkend. 

Ditzelfde geldt overigens indien u als werknemer slachtoffer bent geworden van een bedrijfsongeval in Nederland en als vast komt te staan dat uw werkgever daarvoor aansprakelijk is. De werknemer die dan zelf een advocaat inschakelt om zijn schade te verhalen, kan dan eveneens de kosten van zijn advocaat in rekening brengen bij (de verzekeraar van) zijn werkgever.

Er bestaat in Nederland een goedkope en snelle procedure voor letselschadeslachtoffers die een geschil hebben met de aansprakelijkheidsverzekeraar van de wederpartij

Sinds 2010 kunnen letselschadeslachtoffers van een bedrijfs- of verkeersongeval die er met de aansprakelijkheidsverzekeraar van de wederpartij over een onderdeel van de vordering tot schadevergoeding niet uitkomen, de Nederlandse rechter verzoeken hierover een oordeel te vellen. Dit kan in de daarvoor bestemde ‘deelgeschilprocedure’. In die procedure kunnen door het slachtoffer aan de rechter vragen worden voorgelegd over bijvoorbeeld de mate van schuld van beide partijen, de betaling van een voorschot op de schadevergoeding, de causaliteit of de wijze van berekening van een bepaalde schadepost. 

Bij een ‘normale’ Nederlandse gerechtelijke bodemprocedure dienen partijen hun advocaat in beginsel zelf te betalen. Dit maakt procederen doorgaans een erg kostbare aangelegenheid. In een deelgeschilprocedure dienen die kosten daarentegen te worden vergoed door de aansprakelijke partij. Dit geeft het slachtoffer een extra instrument om het op te nemen tegen een verzekeraar die bij de letselschadeafwikkeling geen kant op wil. 

De deelgeschilprocedure mag echter alleen worden ingezet, wanneer de uitspraak van een rechter kan bijdragen aan het tot stand komen van een regeling.

Smartengeldbedragen worden in Nederland op andere wijze begroot dan in België

Smartengeld is een vergoeding voor leed, pijn en gederfde levensvreugde als gevolg van het opgelopen letsel. In België wordt dit ook wel ‘morele schade’ genoemd. Indien u in België blijvend letsel oploopt door een ongeval, dan wordt in veel gevallen door een arts vastgesteld wat het percentage blijvende invaliditeit is. In Nederland is dit ook gebruikelijk. In België worden er echter volgens een tabel vaste bedragen aan dit percentage gekoppeld; bijvoorbeeld € 500,- per punt invaliditeit. Is er geen sprake van blijvend letsel, dan worden bedragen gekoppeld aan de dagen dat het slachtoffer beperkingen had. 

Nederland kent deze wijze van schadebegroting niet. Smartengeld wordt in Nederland begroot naar billijkheid. Bij de begroting wordt rekening gehouden met de aard en ernst van het letsel en de gevolgen daarvan voor een slachtoffer, zoals de duur en intensiteit van het verdriet en de gederfde levensvreugde. 

Dit is ontzettend moeilijk in geld te waarderen. De begroting van smartengeld is daarom in de meeste gevallen heel discutabel. Er wordt daarom (vooral) gelet op smartengeldbedragen die rechters eerder in soortgelijke gevallen hebben toegekend. Veelal wordt gerefereerd aan de ANWB Smartengeldgids. Dit is een gids waarin uitspraken van Nederlandse rechters op het gebied van smartengeld zijn gebundeld. Ter indicatie: Bij licht letsel (bijvoorbeeld een lichte hersenschudding) moet u denken aan een smartengeldbedrag vanaf circa € 500,- en bij uitzonderlijke zware letselschade (bijvoorbeeld een totale dwarslaesie) kan dit bedrag oplopen tot >€ 150.000,-. Het hoogste smartengeldbedrag dat tot nu toe door een Nederlandse rechter werd toegekend is € 250.000,-.

Meer informatie / contact
Voor meer informatie over letselschade in Nederland, kunt u vrijblijvend contact opnemen met Stijn Kerkhof. Of kijkt u gerust ook eens op onze specifieke letselschade website.